Facebook Pixel
 Gratis bezorgd in NL en BE        Gratis retourneren         3 jaar garantie         Gespreid betalen mogelijk
Mijn winkelwagen

Stoffen

Er zijn veel verschillende meubelstoffen. Om een weloverwogen keuze te kunnen maken lichten we hier de verschillende stofsoorten en bijbehorende eigenschappen toe.

STOFSOORTEN 

- A. Velours

- B. Platweef

- C. Jacquard

- D. Microvezel

- E. Flock

- F. Kunstleder

- G. Breisel

A. Velours
Dit is een verzamelnaam voor alle stoffen waar vezels (zowel kunstmatig als natuurlijk) in het basisweefsel worden ingeweven. Deze productiewijze zorgt voor een hoge belastbaarheid van de stof. Een velours is geschikt voor meubelen die vaak gebruikt worden. Druk en lichaamswarmte kunnen wel zitspiegel veroorzaken, dit zijn nuances die veroorzaakt worden door de verplaatsing van poolvezels door lichaamsdruk, vochtigheid en warmte tijdens het gebruik. Een anders typisch kenmerk van een veloursstof is het changeren. Dit betekent dat de stof naar gelang de lichtinval lichter of donkerder lijkt, hierdoor wordt de indruk gewekt dat er kleurverschillen ontstaan in de stof. De oorzaak van dit changeren is dat veloursstoffen over het algemeen in 1 richting op het meubel / bed wordt gestoffeerd en dat het licht hierdoor verschillend gereflecteerd worden (voorbeeld hoekbank), dit is een product typische eigenschap.    

B. Platweef / Jacquard
Platweefsels zijn geweven stoffen waarbij 2 garengroepen haaks op elkaar staan. Een duidelijke eigenschap van een platweef is dat er knoopjes (pilling) op de oppervlakte kunnen ontstaan, dit wordt ook wel pillingvorming genoemd. Deze kan ontstaan door:

- het samenklitten van losse vezeldeeltjes van het weefgaren.

- externe vezels (bijvoorbeeld kleding) die op de stof komt, ook wel externe pillingvorming of vreemd pilling genoemd.

De pillingvorming kan eenvoudig met een pilling apparaat  worden verwijderd zonder dat de stof zelf wordt beschadigd. De duurzaamheid van de stof wordt hierdoor niet negatief beïnvloedt.    

Iedere stof verkleurt, natuurlijke vezels zijn gevoeliger voor zonlicht dan synthetische vezels. Plaats daarom uw meubel / stof nooit in direct zonlicht of probeer dit in ieder geval zoveel mogelijk te vermijden.

Bij een jacquard weeft men met een bepaalde techniek op een speciaal getouw waardoor men uitgebreide mogelijkheden heeft met het maken van patronen in de stof.

C. Chenille platweef / Jacquard
Dit is een platweef waar chenille garens in de stof wordt geweven. Dit geeft de stof een stevige en zachte ‘touch’ en ‘look’. Hoe zachter een chenille stof is, hoe minder vast de vezels met elkaar zijn verbonden. Ook hier is zitspiegel mogelijk, tevens is een gering verlies van de pooldraden op de vaak gebruikte plaatsen een normaal verschijnsel.

D. Microvezel
Microvezel bestaat uit een samenstelling van microscopische vezels (zeer klein), het is 100% synthetisch. Door de productietechniek wordt een grote stevigheid van het materiaal bereikt. Tijdens het gebruik kan er pillingvorming ontstaan, echter bestaat deze hoofdzakelijk uit externe vezels. Het is eenvoudig te verwijderen met een pilling apparaat. Tevens is het mogelijk dat tijdens het gebruik een platinavorming / glans kan plaatsvinden. Dit heeft geen negatieve invloed op de duurzaamheid en bruikbaarheid van de stof, maar is wel een eigenschap van deze bekledingsstof.  

E. Flock
Deze synthetische velours maakt geen deel uit van de geweven stoffen, maar wordt door middel van een speciale methode geproduceerd.
In een elektrostatisch proces worden flockdeeltjes door middel van een speciale lijm gehecht aan een katoen polyester gronddoek. 
De flock valt op door haar zachte en prettige grip en makkelijke onderhoud. Bij flock kan een zitspiegel ontstaan, dit is een  eigenschap en heeft geen negatieve invloed op de duurzaamheid, dit geldt overigens ook voor het changeren.

G. Breisel
Breisels bestaan uit draden die in een golfvorm gelegd zijn en dan door elkaar gehaald worden. In een inslagbreisel lopen de draden in de breedterichting (inslag) en in een kettingbreisel in de lengterichting (ketting).

Een breisel kent 3 grondbindingen:

1. Rechts-links breisel. Dit breisel laat aan een kant rechtse (V vorm) en aan de andere kant linkse steken (horizontale boogjes) zien. Dit breisel kan met grote snelheid geproduceerd worden en wordt o.a. in T- shirts toegepast.

2. Rechts-rechts breisel. In ontspannen toestand laat dit breisel aan beide kanten rechtse steken zien. Als het breisel in de breedte uitgerekt wordt, zijn tussen de rechtse steken, kleine linkse steken te zien. De rechtse steken vormen verticale ribbels. Dit type heet ook wel ribbreisel en is zeer elastisch. De kleinste rechts-rechts binding is 2 steken breed (1 rechts, 1 links)

3. Links-links breisel. In ontspannen toestand laat dit breisel aan beide kanten linkse steken zien. Als het breisel in de lengte uitgerekt wordt, verschijnen tussen de linkse steken ook rechtse steken. Deze binding komt weinig voor.

Vezelsoorten
In de textielindustrie worden met grondstoffen alle vezelsoorten aangeduid. De vezelsoorten worden verdeeld in 2 groepen:

- natuurlijke vezels, die in de natuur worden gewonnen;

- chemische vezels, die in fabrieken worden gemaakt.

Natuurlijke vezels
Natuurlijke vezels zijn al duizenden jaren bekend, ze worden voor wat betreft hun herkomst ingedeeld:

- plantaardige vezels, uit cellulose.

- dierlijke vezels.

Voorbeelden van plantaardige vezels zijn:

- katoen (van de katoenplant);

- vlas (van de stengel van de vlasplant);

- jute (van de juteplant).

Voorbeelden van dierlijke vezels zijn:

- wol (van een schaap);

- zijde (van een zijderups);

- haar (van de angorageit, kamelen en andere dieren).

Natuurlijke vezels worden in de natuur gewonnen:

- plantaardige vezels: door planten (of plantdelen) te oogsten;

- dierlijke vezels: door de vacht van het dier af te scheren;

Katoen
Katoen, of boomwol, is een vezel die als zaadpluis voorkomt in de vrucht van de katoenplant. De rijpe vrucht van de katoenstruik die bestaat uit vezelvormige, eencellige haren, die ontstaan als uitstulpingen van opperhuid. Katoen is veruit de belangrijkste vezel voor de textielindustrie. Het gebruik van katoen over de wereld neemt nog altijd toe, ondanks de continu groeiende concurrentie van synthetische vezels.
De vezels die op het zaad van de katoenvrucht zitten worden eraf gehaald voordat de zaden naar de pers gaan en worden gebruikt als grondstof voor rayon, ofwel viscose.
Dankzij de natuurlijke twist die in een katoenvezel zit en het waslaagje rondom de vezel, laat katoen zich makkelijk spinnen.

Wol
Wol is afkomstig van de vacht van sommige dieren, de bekendste is het wol van het schaap. Het schaap produceert wel 5kg wol per jaar.
Vaak worden diverse wol soorten met elkaar vermengd om de gewenste kwaliteit te krijgen. Unieke eigenschappen van wol zijn in eerste instantie de warmte-isolatie en de veerkracht door kroezing en elasticiteit. Maar ook het vocht opnemend vermogen is voor meubelstoffen van belang, omdat dit er allereerst voor zorgt dat de wol in mooie, diepe kleuren te verven is dankzij de moleculaire opbouw van de vezel en comfortabel is in gebruik omdat het gemakkelijk bijvoorbeeld zweet opneemt, zonder zelf vochtig aan te voelen, en daarna langzaam weer afstaat. Het materiaal ademt. Over het algemeen is wol (afhankelijk van de verfmethode) goed lichtbestendig.

Zijde
Zijde is in feite het afscheidingsproduct van de zijderups. De zijde wordt gewonnen door het afhaspelen van de cocon.
Omdat zijde een lange tijd al een zeer luxe stof is, heeft men door de eeuwen heen veel verfijning technieken ontwikkeld. Het zijdefilament is het fijnste van alle natuurlijke vezels. In tegenstelling tot wol is zijdegaren glad, vandaar de fraaie glans. Zijde is matig bestand tegen zonlicht. In meubelstoffen wordt zijde vanwege haar lage sterkte altijd gemengd met andere garens om te kunnen voldoen aan de zware eisen die consumenten aan hun zitmeubel stellen.

Linnen
Linnen wordt gewonnen uit de bast-of stengel van de vlasplant. De beste vlassoorten worden verbouwd in Nederland, België, Frankrijk en Ierland. Het meeste vlas komt uit Rusland, ongeveer 80%. De bast van de vlasplant is opgebouwd uit bundels vezels, die door plantenlijm, pectine, bijeen worden gehouden. Dankzij de lange vezelstructuur van de plant heeft linnen een hoog gehalte aan wasachtige bestanddelen, die het doek later zijn specifieke, wasechte glans verlenen. De hoge prijs die voor linnen moet worden betaald, wordt veroorzaakt door het grote aantal bewerkingen die de vlasplant moet ondergaan om tot een technisch verwerkbare vezel te komen. Het begint met het trekken van de plant, het verwijderen van de zaadbolletjes, verwijderen van de lijmstoffen, drogen, breken van de stengels, houtdeeltjes verwijderen, afkoken, splitsen en evenwijdig leggen van de vezels en bleken.

Kunstmatige vezels
Rond 1900 slaagden wetenschappers erin om de zijdedraad na te maken. Zo ontstonden de eerste chemische draden. De grondstof van deze kunstvezel was cellulose. Cellulose is een natuurproduct, dat ook in katoen voorkomt en dat de bouwsteen vormt van de hele plantenwereld.

De cellulose wordt gehaald uit (dit wordt tot houtspanen verzaagd):

- sparrenhout;

- dennenhout;

- beukenhout.

Van dit natuurproduct wordt viscose gemaakt. Viscose is een dikke vloeistof die door een spindop met gaatjes wordt geperst, hierdoor ontstaan er lange draden (filamenten), die tot korte vezels kunnen worden gesneden.

De verzamelnaam voor chemische garens en vezels die cellulose als grondstof hebben, is rayon. Er wordt gesproken over viscose rayon, wanneer de vezels via een viscose proces zijn geproduceerd.

Door de jaren heen is er langs de scheikundige weg een volledig nieuwe chemische vezel geproduceerd: synthetische chemische vezels. De eerste werden bekend onder de naam: nylon.

Chemische vezels worden verdeeld in:

- chemische vezels uit natuurlijke materialen (het hoofdbestanddeel is cellulose);

- chemische vezels uit synthetische bestanddelen, die onder andere uit aardolie afkomstig zijn.

 Een voorbeeld van chemische vezels uit cellulose zijn de viscose vezels.

Voorbeelden van chemische vezels uit synthetische bestanddelen zijn:

- polyamiden, bijvoorbeeld de merknaam: nylon;

- polyesters, bijvoorbeeld de merknaam: trevira;

- polyacryl, bijvoorbeeld de merknaam: orlon.

Polyester

- Zeer sterk

- Slijtvast

- Bestand tegen licht en chemicaliën

- Vormhoudend

- Wasbaar

Polyacryl

- Sterk

- Zachte touch

- Warmte isolerend

- Bestand tegen licht en chemicaliën

- Moeilijk te onderhouden vanwege kreukgevoeligheid

Viscose

- Hoge glans

- Zijdeachtig

- Makkelijk verwerkbaar

- Verlies sterkte in aanraking met water

Polyamide

- Zeer sterk

- Elastisch

- Zonder stabilisatoren verkleurt het in daglicht (vergeelt)

Polipropyleen

- Zeer sterk

- Wasbaar

- Bestand tegen licht en chemicaliën (na behandeling)

- Licht van gewicht

- Recyclebaar

Testen
Martindale geeft aan hoe sterk de stof is voor wat betreft slijtage.
De martindale van een stof wordt getest met een martindale machine (zie foto).

 

Deze machine test de slijtweerstand van een stof, middels het wrijven van een vilt staaltje over de desbetreffende stof (rubs) tegen een vaste druk. Er zijn vaste meetpunten:

- 5000 rubs

- 10.000 rubs

- 15.000 rubs

- 20.000 rubs

 Er zijn 2 belangrijke meetpunten voor de martindale op het gebied van meubelstoffen:

- het aspect => hoe ziet de stof eruit na een aantal rubs.

- de draadbreuk => wanneer zijn er draden gebroken van de kwaliteit.

Stoffen slijten in het dagelijkse gebruik, dit is niet te voorkomen. Door het juiste onderhoud kan een levensduur verlengd worden. Het meubel regelmatig en voorzichtig reinigen met een zachte borstel of mondstuk van een stofzuiger. Stoffen kunnen ook beschadigen door gebruiksvoorwerpen zoals riemen, portemonnees en sleutel (bossen), dit geldt ook voor tassen die op het meubel worden gezet. Daarnaast kunnen beschadigingen op armleuningen ontstaan door o.a. armbanden en horlogebandjes. 

Huisdieren (tanden en nagels) kunnen een bedreiging zijn voor elk materiaal dat gebruikt wordt voor meubelstoffering. Bepaalde medicamenten kunnen in combinatie met transpiratie ook een negatieve invloed hebben op de stoffen / kunstleder kwaliteiten, voorbeelden zijn verkleuring of snellere slijtage.

Pilling
Pilling wordt getest met een pilling apparaat, dit apparaat test ook de martindale, echter middels een aantal aanpassingen aan de machine, kan men de stof  testen op pilling.
Het apparaat test de pilling op een drietal meetpunten:

- 1000 rubs

- 2000 rubs

- 5000 rubs

In de markt beoordeelt men altijd hoe dat de stof eruit ziet na 2000 rubs. De specificatie wordt afgegeven op een schaal van 1 tot 5.

< 3    = onvoldoende

3        = net voldoende (vaak met natuurlijke vezels)

3-4     = voldoende

4        = goed

> 5     = zeer goed

Pilling van de stof ontstaat door losse vezels die door een draaibeweging gaan vilten. De mate van pilling is afhankelijk van:

- De binding;

- De vezellengte;

- Het type vezel;

- De intensiteit van het gebruik het meubel (stof);

- De statische lading van de ruimte waar het meubel (stof) zich in bevindt.

Pilling kan ook ontstaan door invloeden van buitenaf, door bijvoorbeeld jeans of door verkeerd / intensief te stofzuigen. Hierdoor kunnen in de stof vezeltjes loslaten en bolletjes vormen. Stoffen worden hier ook op getest en krijgen in een testrapport ook een kwalificatie. Stoffen met wol of een ‘wollig aspect’ kunnen eerder pillen dan andere stoffen. Met een pluizenkam of een elektrisch pilling apparaat kunnen deze vezels eenvoudig verwijderd worden. De stof heeft hier niets onder te lijden.
In de winter heeft men vaker last van pilling, dit heeft te maken met de droogte van de omgeving waarin het meubel zich bevindt. Wanneer de verwarming aanstaat en de ramen en deuren gesloten zijn, is er sprake van een drogere lucht, dit geeft statische lading. Hierdoor worden de garens ook statisch geladen en ziet men in de praktijk meer de harigheid. Deze harigheid trekt weer op zijn beurt vreemde vezels aan, waardoor men dus ‘pilling bolletjes’ kan waarnemen. De meeste vragen over statische lading doen zich voor in gebieden waar veel gestookt wordt (Noord Europese landen). Deze pilling is eenvoudig te verwijderen met een elektrisch pilling apparaat en de stof heeft hier ook niets onder te lijden.

Plooivorming
Elk type stof is anders, of dat deze nu is geweven van natuurlijke en / of  kunstmatige vezels. Iedere stof heeft een bepaalde elasticiteit en deze zal in de praktijk plooien geven. Dit is niks om zorgen over te maken, het geeft charme aan het meubel. De mate van plooivorming is afhankelijk van:

- De stof (hoe meer rek, des te meer plooivorming);

- Het type zitmeubel (vast gestoffeerd of losse hoezen);

- De breedte van het zit / rugvlak (hoe breder, des te eerder plooivorming);

- De stramheid van de vulling (type vulling en/of vering van het meubel);

- De intensiteit van het gebruik.

Om plooivorming te minimaliseren kan men:

- De rug- en zitkussens regelmatig opkloppen en op de juiste plaats terugzetten;

- Voorzichtig om gaan met de arm- en rugleuningen (ga er bijvoorbeeld nooit op zitten of staan).

Indien het meubel dient te worden verplaatst, gelieve het meubel op te tillen en niet aan de stoffering en / of de armleuning te trekken.

Verkleuring
Iedere stof zal in de loop van de tijd verkleuren, zonlicht versnelt dit proces. Bij donkere kleuren is dit eerder zichtbaar. Synthetische vezels vertonen minder verkleuring dan natuurlijke vezels, daarom verkleurt een katoenen stof eerder dan een polyester stof. Er zitten gradaties binnen natuurlijke en synthetische vezels, zo is een katoenen stof gevoeliger voor verkleuring dan een wollen stof. Plaats het meubel daarom nooit in direct zonlicht en draai de kussens (indien mogelijk) regelmatig om, om kleurverschillen te voorkomen. De lichtechtheid van een stof wordt aan de hand van testen bepaald (schaal 1 tot 8), lichtheid 1 staat voor verkleuring en 8 voor vrijwel geen verkleuring (bijvoorbeeld outdoor). Binnen de meubelindustrie worden er 6 lichtechtheidsklassen onderscheiden:

  4      = voldoende

  5      = goed

  6      = zeer goed  

>6     = uitstekend

Zitspiegel
Als gevolg van lichaamswarmte, gewicht en vocht kan een stof gaan pletten.
Met name bij chenille en velours stoffen, kan pletten voorkomen. De vezels van deze typen stoffen staan recht op, en zorgen voor een zachte grip. In het gebruik gaat de vezel platliggen en ontstaat er een zogeheten ‘zitspiegel’. Een zitspiegel geeft een optisch kleurverschil (mat - glans of licht -donker). Door regelmatig voorzichtig te stofzuigen met een speciaal meubelmondstuk in combinatie met een lage zuigkracht behoudt men de stof langer schoon en optisch goed.
Door de zachte stofzuigermond in de richting van de pool mee te wrijven, zullen de vezels grotendeels in de oorspronkelijke richting gaan staan en is het optische kleurverschil voor een groot gedeelte verdwenen. Het ontstaan van een zitspiegel is wel een kenmerk van chenille en veloursachtige stoffen.

Shading
Shading ontstaat door de inwerking van licht, schaduw en de verschillende poolrichtingen (ligrichting) van vezels, dit wordt ook wel een vleug genoemd. Dit is een eigenschap van bepaalde stoffen en is dan ook geen kwaliteitsgebrek.

REINIGING EN ONDERHOUD zie voor uitgebreide informatie hieromtrent het tabblad "Onderhoudinstructies"

- Vermijd scherphoekig speelgoed, gespen, juwelen en huisdieren, deze kunnen  de vezels van het weefsel beschadigen.

- Indien er lussen of losse draden in de stof zijn gekomen, steek dan met een fijn maar stomp voorwerp dit terug in de stof. Er mag in geen geval aan getrokken of geknipt worden.

- Spijkerbroeken kunnen afgeven op lichte (wit, ecru etc.) en midden (beige, zand etc.) kleuren, dit is geen reden voor reclamatie.

- Meubelstoffen dienen zoals elk ander gebruiksvoorwerp regelmatig te worden gereinigd. Laat de vervuiling nooit te erg worden, maar maak regelmatig het meubel voorzichtig schoon. Gebruik een meubelborstel en borstel voorzichtig met de vleug mee.

- Gebruik bij het stofzuigen geen harde vloerborstel, maar een speciaal meubelmondstuk in combinatie met een lage zuigkracht en wrijf altijd met de vleug (pool) mee. Stofzuig met beleid zodat de stof zo min mogelijk wordt opgeruwd.

- Bij vlekken eerst de vaste bestanddelen zoveel mogelijk verwijderen met een lepel. Direct een badstof handdoek natmaken met lauw warm water, uitwringen en daarna op de vlek plaatsen. Laat de badstof handdoek liggen, zodat de handdoek de vlek kan absorberen. Nooit wrijven over de stof / vlek. Als de handdoek verzadigd is, deze vervangen tot de vlek niet meer afgeeft en laat vervolgens de handdoek liggen tot deze droog is.

- Zijn er specifieke vlekken, neem dan contact op met een specialistisch bedrijf dat het probleem wellicht kan oplossen (eerst op een minder zichtbare plek het eventuele aanbevolen schoonmaakproduct uitproberen).

- Zorg ervoor dat het meubel / de stof nooit in direct zonlicht staat, dit in verband met verkleuring.

- Voor het gelijkmatig verslijten van de stof, verwissel de kussens geregeld van plaats en keer de kussens om (indien mogelijk).

- Gebruik geen geur-verfrissers voor de stof, deze kunnen een chemische reactie veroorzaken